Varkens krijgen vooral krachtvoer om aan energie te komen. Naast granen zoals maïs, gerst en tarwe bevat het varkensvoer ook bijproducten van de humane(menselijke) voedingsmiddelenindustrie waaronder koek, muesli, sojaschroot en brood. Om varkens gezond te kunnen houden en goed te laten groeien hebben ze voldoende mineralen en vitaminen nodig. Tijdens de dracht krijgen de zeugen drachtvoer. Dit is de juiste voedingssamenstelling voor de zeug tijdens de dracht.

De eerste 30 dagen van de dracht krijgt een zeug 3 kg voer wegens innestelen van de eitjes. Tussen de 30 en de 80 dagen krijgt een zeug 2.7 kg voer en dit loopt steeds verder op. Tussen dag 80 en 110 krijgen de zeugen 3.1 kg voer. Dit is omdat de biggen dan steeds groter en zwaarder wordt. Een big weegt bij de geboorte ongeveer 1.5 kg. Het kost dus ook steeds meer energie voor het moederdier. Na de bevalling wordt de hoeveelheid voeding verder verhoogd (max. 7 kg). De biggetjes zijn dan bij de moeder aan het drinken wat erg veel energie kost voor het moederdier. Na 4 weken dat het biggetje bij de moeder zit, wordt deze gespeend. Het biggetje wordt dan bij de moeder weggehaald en krijgt dan geen melk meer. Tussen de tijd van het spenen en het opnieuw dekken zit 5 à 6 dagen. In deze tijd moet het moederdier weer voldoende hersteld zijn en voldoende energie opgedaan hebben.

Even kort de hoeveelheid voeding:
 

Biggen spenen

Op welke dingen moet je letten als je een big gaat spenen?
- Begin met gezonde biggen
- Iedere big krijgt voldoende voeding en water binnen. Zorg dat alle biggen tegelijkertijd kunnen eten.
Ziet eten, doet eten.
- Geen een big heeft het te koud of te warm
- Het hok is schoon, droog, comfortabel en veilig
- Er worden geen ziektes mee naar binnen genomen.